Piet, hoeveel jaar heeft u deze functie bekleed? En wat heeft ertoe geleid dat u nu stopt?
Ik heb deze functie 12 jaar bekleed. Na een termijn van 9 jaar maak je plaats voor een ander. Aangezien er toentertijd niemand was die zich hiervoor beschikbaar stelde, heb ik het toenmalige bestuur meegedeeld dat ik er nog een periode van 3 jaar aan vast wilde knopen. De onderlinge verstandhouding binnen het bestuur was dermate goed, dat het voor mij geen probleem was om door te gaan.
De periode voor mijn bestuursfunctie was ik lid van de Bondsraad. We hebben ons toen hard gemaakt voor een verzelfstandiging van KVC.
Toen er een vacature ontstond door het aftreden van Evert Hulleman, werd ik door de toenmalige voorzitter Jaap Labrujere benaderd om deze portefeuille over te nemen.
Nu na 12 jaar, en gekomen tot de leeftijd der wijzen, mag ik hopen, is de tijd gekomen om het stokje door te geven aan een opvolger. Dat is Martin van Beusichem geworden.
"Nu na 12 jaar, en gekomen tot de leeftijd der wijzen, mag ik hopen, is de tijd gekomen om het stokje door te geven aan een opvolger. Dat is Martin van Beusichem geworden"
Uw portefeuille omvatte o.a. jeugd – en daar zijn de laatste jaren flinke positieve ontwikkelingen geweest. Kunt u hier iets over zeggen?
Toen ik aantrad als portefeuillehouder breedtesport waren er nog voldoende jeugdleden om verschillende finales en voorwedstrijden te spelen. Toen de mobieltjes en computerspellen hun intrede deden, werd het aantal steeds minder. De laatste jaren moesten we alle jeugdleden bellen om te vragen of ze nog meededen bij een NK.
Na gesprekken met jeugdleiders en bondstrainers was het duidelijk: Willen we onze jeugd binnen halen, dan moeten we ze ook laten biljarten. Geen ellenlange partijen maar korte partijen. Onze jeugd groeit op in een snel tijdperk.
Zo zijn we drie seizoenen terug begonnen om de jeugd een plaats te geven op de Landsfinale in Nieuwegein. We hebben daar het spelen in setjes geïntroduceerd. Spelers en ouders waren hier erg tevreden over.
Het seizoen daarop hebben we 4 GP’s libre gespeeld en een nationale finale in Urk. We hebben toen op vier verschillende plaatsen in het land de voorrondes gespeeld. We waren in Urk, Oosterland, Roosendaal en Lochem. De nationale kampioen was toen Jayden van Buren.
Afgelopen seizoen hebben we het uitgebreid naar 5 GP’s en een nationale finale in Uden. De plaatsen die we aangedaan hebben, waren Urk, Bovenkarspel, Siebengewald, Lochem en Arnhem. Jelle van Amerongen is dit seizoen Nederlands kampioen geworden.
De spelers gaan op een voortreffelijke manier met elkaar om. Je hoort geen wanklank. Organisaties, arbiters en ouders bleven enthousiast om dit een vervolg te geven.
We hebben met onze sport zelfs het Jeugdjournaal gehaald. Men kwam opnames maken in Urk.
Het is de bedoeling dat er weer een jeugdcommissie binnen KVC komt, om deze ontwikkeling door te zetten naar komend seizoen.
"We hebben met onze sport zelfs het Jeugdjournaal gehaald"
Een belangrijk deel van uw portefeuille betrof de Landsfinale. Eerst centraal, toen flink opgepoetst centraal met verbeterd imago, inmiddels decentraal. Kunt u terugblikken op deze tijd, enkele hoogte- en misschien ook dieptepunten?
De Landsfinales werden in het verleden allemaal centraal gehouden en geregeld door de medewerker van het bondsbureau.
Toen deze medewerker met pensioen ging, werd er geen vervanger aangesteld en moesten de landsfinales door de portefeuillehouder breedtesport samen met het bestuur geregeld worden.
De logistieke werkzaamheden heb ik samen met de directeur van het bondsbureau geregeld. De invulling van de wedstrijdschema’s, teamopstellingen, wedstrijdleiders ter plaatse en arbiters, moesten we als bestuur voor onze rekening nemen. Er waren weinig gegevens uit voorgaande jaren zodat ik alles vanaf het begin moest oppakken.
Ik heb daar wel slapeloze nachten van gehad. Het grootste probleem was om de teamopstelling op tijd binnen te krijgen. Het is voorgekomen dat ik op woensdag nog verschillende teams moest bellen voor de teamopgaven, terwijl ze de zaterdag daarop moesten spelen. Dankzij alle medewerkers van deze landsfinale hebben we deze klus geklaard en daar konden we best trots op zijn.
"Ik heb daar wel slapeloze nachten van gehad"
Het jaar daarop werden voor het eerst de landsfinales decentraal gespeeld. Iedereen dacht dat hier veel minder werk mee gemoeid zou zijn. Dit bleek echter een grote vergissing.
De verenigingen die een deel van de organisatie op zich wilden nemen, stonden niet in de rij en locaties met minimaal 8 tafels zijn dun gezaaid in ons land.
Het probleem was weer, de aanlevering van de teamopgaven en de nodige arbiters te krijgen.
Dit jaar heb ik het anders aangepakt.
In de uitnodiging naar de teams werd heel duidelijk gesteld dat het niet op tijd inleveren van de gegevens en het meenemen van een schrijver en een arbiter, tot uitsluiting van deelname zou leiden. Dit heeft enorm geholpen om alles op tijd binnen te krijgen.
Het probleem bij sommige landsfinales is naar mijn mening, dat het allemaal heel erg lang duurt. Ook al werd er dit jaar in de C1 maar 80% van het oorspronkelijke aantal caramboles gespeeld. Prijsuitreikingen pas in de avond en de meeste teams al naar huis, is niet wat we eigenlijk willen in een finale.
Mijn voorstel is dan ook om voortaan met 4 gewestelijke kampioenen de landsfinales te spelen. Er komt dan een tussenronde in de gewesten tussen de 2 afdelingskampioenen.
Dieptepunten zijn er eigenlijk niet geweest. Wanneer er problemen dreigden te ontstaan, hadden we een bestuur dat meedacht en met oplossingen kwam.
Waar bent uzelf het meeste trots op?
Het meest trots ben ik op de jeugd GP’s. Het geeft veel voldoening om ze van klein tot groot bezig te zien. Ook de verschillen in de te maken caramboles is voor hen geen probleem.
Men is kritisch op het eigen spel. Verloren? Dan heb ik niet goed gespeeld. Geen uitvluchten, volgende keer beter!
"Het meest trots ben ik op de jeugd GP’s. Het geeft veel voldoening om ze van klein tot groot bezig te zien"
Zijn er ook zaken die u had gehoopt zouden gebeuren, maar die niet zijn gelukt?
Ik ben als portefeuillehouder verschillende keren naar Frankrijk, Duitsland en Italië geweest met onze jeugdspelers.
In het buitenland kunnen ze niet begrijpen dat er een verschil is tussen de secties Carambole en Driebanden. We hebben verschillende vergaderingen gehad om deze twee secties te verenigen tot één sectie. Dit is ons niet gelukt tot nu toe en dat vind ik jammer. Ook de samenwerking met betrekking tot de opleiding van jeugdspelers is niet van de grond gekomen.
"In het buitenland kunnen ze niet begrijpen dat er een verschil is tussen de secties Carambole en Driebanden. We hebben verschillende vergaderingen gehad om deze twee secties te verenigen tot één sectie. Dit is ons niet gelukt tot nu toe en dat vind ik jammer"
Wat gaat u nu doen? (En op welke gebieden blijft u actief in de biljartsport?)
Ik ga het nu rustig aan doen. Genieten van mijn vrijetijd. Alles mag, maar niets hoeft.
Natuurlijk blijf ik biljarten, zowel in teamverband alsook de persoonlijk kampioenschappen.
Ik zeg KVC nog niet helemaal vaarwel. Samen met Lion de Leeuw blijf ik de cursussen biljartinstructeur A en B verzorgen.
Ook zal ik nog een jaar deel uitmaken van de CRC (Commissie Reglementen Carambole).
Nog iets wat u graag zou willen delen met de lezers van KNBB.nl en Carambole.nl?
Portefeuillehouder Breedtesport KVC voor een periode van 12 jaar gaat natuurlijk niet geruisloos voorbij. Als bestuurder moet je de grote lijn in de gaten houden en blijven volgen.
Dat conflicteert wel eens met de individuele biljarter, bestuurder van een district of wedstrijdleider. Dit is begrijpelijk omdat men toch altijd geneigd is naar de eigen situatie te kijken.
Voor mezelf weet ik zeker dat ik voor KVC, in de breedste zin van het woord, heb geprobeerd het beste er uit te halen voor alle leden.
"Voor mezelf weet ik zeker dat ik voor KVC, in de breedste zin van het woord, heb geprobeerd het beste er uit te halen voor alle leden"
Piet Verschure
Ex-portefeuillehouder Breedtesport KVC
Tekst: KNBB
Foto's: Jan Rosmulder, Henry Thijssen, Rolf Slotboom, Peter Gnodde, Frank Dekkers
Met dank aan: Piet Verschure