PORTO – Hij is net terug van het biljart, eerste partij gewonnen, later vandaag de volgende missie. Luca Philipoom, 17 pas, een Nederlandse biljarter die in België woont, volgens de insiders een groot talent, eerzuchtig en ambitieus, speelt zijn vijfde World Cup deze dagen in de Portugese stad Porto. De meeste biljarters in de snikhete speelzaal klagen over de enorme hitte in de arena. Luca Philipoom blijft er opvallend rustig onder. ,,Het voelt als spelen in een sauna, maar het is voor iedereen hetzelfde. Ik heb me voorgenomen om gewoon te spelen en niet te zeuren.’’
Hoe is het voor Luca Philipoom, student sport en beweging, om met een bekende Belgische vader te biljarten voor Nederland? Wordt hij in zijn vaderland niet gepest, omdat hij voor Oranje speelt? Hoe is het om als pas 17-jarige student in World Cups te spelen waar spelers uit de wereldtop schitteren? Luca Philipoom, tussen twee wedstrijden door in de Portugese biljartzaal, heeft tijd voor een redelijk uitgebreid interview. Twee flesjes water op tafel, de blonde haren wat warrig in model, genietend van zijn eerste overwinning met de ambitie om tenminste één rondje te overleven in een World Cup. ,,Ik speel vanmiddag mijn tweede wedstrijd tegen een Zweed, een geroutineerde speler, maar ik wil mijn kansen grijpen.’’
Frits Bakker/Kozoom/KNBB: De vraag waarom een jonge jongen gaat biljarten, is overbodig zeker met zo’n vader?
Luca Philipoom: Ik ben er heel vroeg aan begonnen na eerst een paar jaar op de voetbal. Je groeit ermee op, iedereen in het biljarten kent mijn vader Jef, hij is wereldkampioen geweest en Europees kampioen. Het was onvermijdelijk dat ik ook een partijtje ging spelen en eigenlijk is het zo allemaal begonnen. Trainen, elke keer wat fanatieker, op den duur wedstrijdjes spelen. Mijn moeder staat er ook helemaal achter, dus zo is het verder gegroeid. En nu speel ik dus voor de vijfde keer in een World Cup. Ik ben nog niet de allerjongste, want Amir Ibraimov is elf dagen jonger dan ik. Mijn plan is om zo veel mogelijk World Cups te spelen, maar het moet te combineren zijn met mijn school. Waar mijn vader meespeelt, wil ik ook meedoen.
Kozoom/KNBB/FB: Je vader Jef als grote voorbeeld, hoe kan het ook anders. En je moeder Bianca als je grootste supporter. Waarom is Jef eigenlijk ook niet je trainer?
Luca Philipoom: Het was beter dat ik met andere trainers ging werken, want vooral in het begin was het moeilijk om naar mijn vader te luisteren, hoewel hij ook heel goed trainingen geeft. Hij is mijn grote voorbeeld natuurlijk, ik droom ervan om ook zo goed te worden en successen te vieren. Maar mijn trainers van de Nederlandse bond zijn Christ van der Smissen en Jean Paul de Bruijn, zo’n tien uur per maand. En privé krijg ik les van Frans van Kuyk, een heel goede biljarter die veel van het spel weet. Hij woont toevallig ook nog in het dorp waar mijn opa en oma wonen. Dat komt dus goed uit. Hij weet ook heel veel van de systemen, net als Christ van der Smissen. Jean Paul ook wel, maar die speelt meer op gevoel.
Kozoom/KNBB/FB: De Nederlandse bond, de KNBB sectie driebanden, was dus de voornaamste reden om Nederlander te worden?
Luca Philipoom: Toegegeven, ik heb me altijd al meer Nederlander gevoeld dan Belg, maar door het biljarten en de cultuur in het Belgische biljarten is dat versneld. Mijn vader is Belg, mijn moeder is Nederlandse, dus ik heb nu een dubbel paspoort. De Nederlandse bond biedt veel meer mogelijkheden voor jonge talenten met trainingen, begeleiding, ook in het buitenland, we hebben eigen trainers, jonge biljarters krijgen veel meer kansen in Nederland. Dus nu speel ik voor Nederland op kampioenschappen en toernooien. Ik kan over België heel kort zijn: ze doen helemaal niks voor jeugd, geen trainingen, geen opleiding, ze willen er geen geld insteken. Je moet het allemaal zelf maar uitzoeken. Zo jaag je de talenten vanzelf weg. Ik heb er geen moment spijt van gehad en zal ook nooit op mijn besluit terugkomen. Ik ga nooit meer voor België spelen.
Kozoom/KNBB/FB: Hoe is dat voor een jonge jongen, op school bijvoorbeeld, word je er mee gepest dat je als sportman voor Nederland speelt?
Luca Philipoom: Heel in het begin wel eens, maar iedereen snapt waarom ik ervoor heb gekozen. We maken er nu wel eens grappen over. Ik vertel net zo veel moppen over Nederlanders dan over Belgen. Mijn vader vond het eerst ook wel eens moeilijk, nu niet meer hoor. Voor alles in mijn sport is het beter dat ik Nederlander ben en voor Nederland speel.
Kozoom/KNBB/FB: Hoe gaat het met je ontwikkeling. Zie je veel progressie in je spel met die trainingen, World Cups en competitie spelen?
Luca Philipoom: De ontwikkeling is vorig jaar snel gegaan, vind ik zelf. Het is niet direct aan moyennes te zien, maar mijn spel is veel beter geworden. Mijn techniek verbetert, de mentaliteit aan de tafel, de acceptatie. Waar ik in vorige jaren nog wel eens verkeerd reageerde op pech of een misser, is dat nu veel beter geworden. Ik heb nu ook een mental coach, Jan Bloemen, die vroeger met Eddy Leppens heeft gewerkt. Het verschil is heel goed zichtbaar.
Kozoom/KNBB/FB: Hoe ver ben je met je opleiding op school, hoe combineer je het met biljarten?
Luca Philipoom: Ik ben in het vijfde jaar van mijn opleiding, die erop is gericht om fysiotherapeut te worden of trainer, coach, sportdocent gericht op voeding en het lichaam. Wat ik precies wil, weet ik nog niet. Volgend jaar, in mijn zesde jaar, wordt het wel mijn laatste jaar. Dan heb ik mijn middelbaar diploma. En dan wil ik me nog meer concentreren op biljarten. Dan wil ik nog meer World Cups spelen. Nu is het nog van: als mijn pa ga, ga ik ook. Vanaf mijn 18e of 19e zal ik ook wel eens alleen ergens naartoe gaan.
Kozoom/KNBB/FB: Het is vast moeilijk om een carrière uit te stippelen en in te schatten hoe goed je kunt worden.
Luca Philipoom: Dat is zó moeilijk met al die sterke spelers die er nu zijn. Het niveau is zo veel omhoog gegaan. Ik wil voorlopig nog genieten van spel, van de sport, het reizen vind ik geweldig. Ik kijk heel veel naar andere spelers. Myung Woo Cho is een prachtige speler, zijn techniek, rust, uitstraling, het is zo indrukwekkend. Zo jong nog en nu al wereldkampioen, een groot voorbeeld voor de biljartsport. Ik kijk naar de grote spelers, naar de klasse en de rust die Caudron, Merckx, Jaspers en al die wereldtoppers uitstralen, geweldig om te zien die professionaliteit. Ik heb nog zo veel om van te dromen.
Dank Luca voor het interview, succes verder.
Tekst Frits Bakker
Foto: Ton Smilde